Ons perspectief voor Flevoland; voor iedere Flevolander

Een krachtige samenleving heeft een goede economie nodig die in banen en verdienvermogen voorziet. Op dit moment is Flevoland hiervoor nog te afhankelijk van omliggende regio’s. Rijk en regio streven er daarom naar om de verhouding tussen inwoners en banen in Flevoland meer in balans te brengen, met economische groei gericht op duurzaamheid. De basis daarvoor ligt er al in Flevoland. De regio beschikt over verschillende sterke economische clusters in de voedselverwerkende industrie, logistiek, ICT, voertuigtechnologie, maakindustrie en bouw. Voor de groei van deze clusters liggen de meeste kansen in drie (internationale) ontwikkelingen: klimaat en energie, circulaire economie en technologisering en digitalisering.

Inspelen op economische kansen maakt de Flevolandse economie ook klaar voor de toekomst en zorgt voor duurzame economische activiteiten die bijdragen aan de nationale duurzaamheidsopgaven. Eenzelfde ambitie voor verduurzaming hebben rijk en regio voor de landbouw in Flevoland. Het streven is een uitstootvrije, natuur-inclusieve en circulaire landbouw te realiseren waar zo min mogelijk gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt, de vruchtbare bodem wordt beschermd en waar boeren een eerlijke boterham mee kunnen verdienen. Flevoland heeft daarbij alles in huis om in deze ontwikkeling een voorloper te worden waar de oplossingen worden bedacht en in de praktijk gebracht.

Vanuit de Human Capital Agenda werken we aan een verdere verbetering en verbreding van de onderwijs- en kennisinstellingen in de regio. Zo kan de beroepsbevolking opgeleid worden om te werken in de regionale economische clusters in Flevoland zelf. Dit maakt een vruchtbare bodem voor bedrijven om zich in Flevoland te vestigen of binnen Flevoland gevestigd te blijven.

We investeren in een toekomstbestendige Flevolandse economie

In de krachtige samenleving die wij nastreven is voldoende werk en verdienvermogen voor bewoners. De hoeveelheid inwoners en de hoeveelheid banen is in balans. We gaan daarom samen met het Flevolandse bedrijfsleven en onderwijsinstellingen extra aandacht besteden aan het versterken van de economische positie van Flevoland. De economische clusters (op het gebied van de voedselverwerkende industrie, logistiek, ICT, voertuigtechnologie, maakindustrie en bouw) vormen het ‘motorblok’ van de Flevolandse economie waarin elk cluster als een cilinder bijdraagt aan ‘brede welvaart’.

We streven naar een duurzame economie die bijdraagt aan de maatschappelijke opgaven. Ons doel is een fossiel-vrije economie met zo min mogelijk milieu-impact en met bedrijven die duurzame oplossingen voor de toekomst bedenken, uitwerken en toepassen. Ook de industrie moet verduurzamen. Milieubelastende bedrijven jagen we niet weg uit Flevoland maar helpen we minder milieubelastend te worden. Hierbij willen we inspelen op de toekomst. Te denken valt aan bedrijven die circulaire bouwmaterialen produceren om te gebruiken voor het bouwen van woningen. Of aan bedrijven die de energietransitie mogelijk maken met innovatieve warmtesystemen, nieuwe systemen voor het opvangen van zonne-energie en slimme opslagsystemen.

Daarnaast zien we Flevoland uitgroeien tot de duurzame voedselschuur van Nederland, met een voedselverwerkende industrie die via korte ketens verbonden is met de nabijgelegen vruchtbare akkers. Op deze akkers vindt kringlooplandbouw plaats, is er ruimte voor het stimuleren van biodiversiteit en is het behoud van een vitale en vruchtbare bodem essentieel. Hier plukken de Flevolandse bewoners ook zelf de vruchten van onze kenmerkende innovatie- en doenersmentaliteit.

Aan de basis van het verwezenlijken van deze economische ambitie staat goed onderwijs waar Flevolanders voldoende kennis en expertise kunnen opdoen. Flevoland wordt daarom een hotspot voor technisch en duurzaam talent. We houden jonge talenten in de regio en trekken nieuwe talenten aan met gespecialiseerde onderwijsinstellingen op MBO, HBO en waar dat aansluit universitair niveau en via innovatieve bedrijven waar studenten hun kennis direct in de praktijk kunnen brengen. De goede aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven maakt Flevoland bovendien tot een aantrekkelijke regio voor innovatieve bedrijven, waarvoor de aanwezigheid van een technische beroepsbevolking een vestigingsplaatsfactor is. Samen dragen de nieuwe bedrijvigheid en jonge studenten bij aan de grote maatschappelijke opgaven waar we voor staan. Bovendien vergroten ze de levendigheid in de gehele regio en zorgen ze voor meer draagkracht en draagvlak voor het (culturele) voorzieningenniveau.

Onze doelen:

  • De verhouding tussen arbeidsplaatsen en woningen in Flevoland wordt beter in balans gebracht om meer bruisende steden en dorpen te creëren
  • De Flevolandse clusters op het gebied van de voedselverwerkende industrie, logistiek, voertuigtechnologie, maakindustrie, ICT en bouw groeien verder en onderscheiden zich op bovenregionaal niveau. De clusters versterken elkaar met vruchtbare samenwerkingen
  • Samen leiden ze tot een groei van productiviteit en werkgelegenheid, wat uitmondt in een duurzaam verdienvermogen op lange termijn
  • We zetten in Flevoland in op het versterken van samenwerking tussen lokale overheden, kennis- en onderwijsinstellingen en bedrijfsleven (het triple helix model). Hiermee stimuleren we de aanwezigheid van een goed gekwalificeerde beroepsbevolking als vestigingsplaatsfactor
  • In de ontwikkeling van de Flevolandse economie wordt ingezet op (inter)nationale ontwikkelingen op het gebied van digitalisering, hernieuwbare energie en circulariteit. Op deze wijze wordt niet enkel gewerkt aan het versterken van de economische groei voor Flevoland, maar wordt ook gewerkt aan een toekomstbestendige economie en een bijdrage geleverd aan die onderwerpen waarvoor een nationale urgentie bestaat
  • We kiezen in Flevoland niet voor ongebreidelde maximale groei, maar voor duurzame economische groei met zo min mogelijk milieu-impact, watergebruik, CO2-uitstoot en afval, die op een goede manier past in het Flevolandse landschap
  • Horizon is de regionale ontwikkelingsmaatschappij van Flevoland die ondersteuning biedt aan Flevolandse ondernemers die willen groeien. Daarnaast is een aanjaagfunctie weggelegd voor Horizon als het gaat om transities op het gebied van onder andere voedsel, energie en grondstoffen
  • De Eerlijk Werk Ombudsman pakt onwenselijke ontwikkelingen op de arbeidsmarkt op en werkt hierbij samen met vakbonden en inspectiediensten

We versterken de economische infrastructuren

Een sterke regionale economie wordt gemaakt door ondernemers die kansen pakken en werknemers aan zich binden die zich daarvoor inzetten. Daarvoor moeten de ondersteunende ruimtelijk-economische structuren op orde te zijn. Hierbij gaat het onder meer om de fysieke infrastructuur, kennisinfrastructuur en energie-infrastructuur.

De fysieke infrastructuur is van belang zodat bedrijven goede en bereikbare werklocaties hebben waar zij zich kunnen vestigen en ruimte hebben om te ontwikkelen. Dit moeten plekken zijn waar bedrijven en hun werknemers in verbinding kunnen komen met andere bedrijven. Plekken waar uitwisseling van kennis, innovatie en expertise plaats kan vinden. Het zijn dus niet alleen bedrijventerreinen buiten de stad, maar ook creatieve hotspots en bruisende werkomgevingen binnen kernen. Flevoland kent al verschillende van dit soort werklocaties maar er zijn nog stappen te zetten.

De meeste bedrijventerreinen zijn mono-functioneel en bevinden zich buiten de stad. Levendige binnenstedelijke milieus zijn er minder. De werklocaties zijn ook niet altijd goed bereikbaar, vooral niet met het openbaar vervoer. Verbetering hiervan zorgt ervoor dat werknemers gemakkelijker van hun huis naar hun werk kunnen reizen en dat het aantal potentiële werknemers voor bedrijven toeneemt. Bovendien is bereikbaarheid essentieel voor de groei van bedrijven in de voedsel- of logistieke clusters omdat een goede verbinding met omliggende regio’s het afzetgebied vergroot. Gezien de beoogde economische groei van de regio zijn er dus meer aantrekkelijke en bereikbare werklocaties nodig. In de keuzes hoe en waar deze omgevingen gecreëerd worden moet aandacht zijn voor bodem, water en natuur en een goede landschappelijke inpassing. Te denken valt aan het natuur-inclusief maken van de bedrijventerreinen, met onder andere natuurdaken, om ze zowel aantrekkelijker als meer bio-divers te maken.

Een goede kennis-infrastructuur kenmerkt zich door een verscheidenheid aan instellingen en organisaties gericht op kennisontwikkeling, kennisverspreiding en kennistoepassing. Onderwijsinstellingen zijn hiervoor de basis. In Flevoland is het basis- en praktijkonderwijs goed vertegenwoordigd, al staat de kwaliteit van het onderwijs onder druk. In mindere mate is er in Flevoland hoger en universitair onderwijs aanwezig, uitgezonderd op het gebied van agro & food. Hierdoor trekken jongeren die een HBO of universitaire opleiding willen volgen weg uit de regio met de kans dat ze niet meer terugkomen. Dat terwijl juist deze goed opgeleide jongeren nodig zijn om de verschillende clusters in Flevoland verder te laten groeien. Via de Human Capital Agenda ligt er daarom een opgave om de kennisinfrastructuur in Flevoland te versterken en om de beroepsbevolking op te leiden voor nieuwe ontwikkelingen en technologieën.

De kansen daarvoor zitten in het koppelen van technische opleidingen in het middelbaar en hoger onderwijs met de innovatieve clusters in de regio. Te denken valt aan opleidingen die bijvoorbeeld aansluiten op de circulaire bouw, het bouwen van windmolens in de maakindustrie, de hoogtechnologische akkerbouw of data-technologieën. Daarvoor is niet één universiteit of hogeschool nodig, maar een verzameling aan specifieke opleidingsinstituten. Te denken valt ook aan hoofdvestigingen voor MBO en HBO en dependances van universiteiten, die aansluiten op de economische clusters in de regio.

Voor de economische ontwikkeling van Flevoland is een toereikende energie-infrastructuur een randvoorwaarde. Goede energievoorziening is van belang voor alle clusters, van de maakindustrie tot de voedselverwerkende industrie. Daar ligt een opgave voor Flevoland, omdat het elektriciteitsnetwerk al verschillende knelpunten kent omdat op verschillende plekken de maximale capaciteit van het net is bereikt. Daarbij zullen toekomstige ontwikkelingen waarschijnlijk leiden tot meer elektriciteitsverbruik, wat een beroep doet op de beschikbare netcapaciteit. Denk aan de mogelijke ontwikkeling van datacenters, de verduurzaming van woningen en bedrijven, de groei van elektrisch vervoer en verdere ontwikkelingen op het gebied van waterstof en daarmee gepaard gaande elektrolyse. Het zou goed zijn als de provincie een duidelijk datacenterbeleid gaat voeren met randvoorwaardelijke eisen aan energieverbruik, waterverbruik, warmteterugwinning enzovoort. Hier ontbreekt het aan. Overigens gaat het rijk inmiddels over grote datacenters en niet de provincie.

Om de elektriciteitsinfrastructuur tijdig in te richten op deze ontwikkelingen is meer duidelijkheid over (on)gewenste ontwikkelingen nodig. Daar staat tegenover dat toekomstige ontwikkelingen nog een hoge mate van onzekerheid in zich hebben. Dat maakt het lastig om nu al concrete maatregelen te nemen. Er ligt dus een opgave om de ontwikkeling van elektriciteits-infrastructuur gelijk op te laten gaan met de vraag naar meer netcapaciteit. Waar wel concreet duidelijkheid over bestaat is dat er een verzwaring van de 380 kV-hoogspanningsverbinding tussen Diemen en Ens nodig is. De verzwaring van deze verbinding biedt bovendien kansen voor economische activiteiten op de knooppunten langs dit tracé. Bedrijven kunnen op die knooppunten profiteren van de goede aansluiting op de elektriciteitsvoorziening.

Een van de twee turbines van de Maxima-centrale bij Lelystad wordt omgebouwd om voor 50 procent op waterstof te kunnen draaien. De energiecentrale maakt nu elektriciteit uit aardgas, maar daarbij komt veel van het broeikasgas CO2 vrij. Dat zorgt ervoor dat de aarde opwarmt. Bij de verbranding van waterstof komt geen CO2 vrij. Daarom zijn meer van dergelijke innovatieve projecten nodig in de nabije toekomst.

Onze doelen:

  • Flevoland kent een ruim aanbod aan multifunctionele werklocaties waar bedrijven zich kunnen vestigen en mensen elkaar kunnen vinden en ontmoeten om samen innovaties te ontwikkelen, kennis uit te wisselen en elkaars expertise te benutten. De bereikbaarheid van deze locaties is op orde en ze zijn passend in het Flevolandse landschap
  • Er ligt een opgave in het versterken van de kennisinfrastructuur in Flevoland, om de beroepsbevolking op te leiden voor nieuwe ontwikkelingen en technologieën
  • In Flevoland is er aandacht voor de kwaliteit van het (beroeps)onderwijs door het bevorderen van talentontwikkeling en groei. Meer specifiek is de kennisinfrastructuur in Flevoland uitgebreid met technische opleidingen op alle niveaus, van lager praktijkgericht tot het hoger en universitair onderwijs, gekoppeld aan de kansrijke economische clusters
  • De elektriciteitsinfrastructuur in Flevoland is aangepast om voldoende capaciteit te bieden voor toekomstige ontwikkelingen. Om met onzekerheden om te kunnen gaan en tevens tijdig te kunnen programmeren, trekken overheden en netbeheerders in een vroeg stadium van ontwikkelingen samen op
  • Een verzwaring van de 380 kV-hoogspanningsverbinding tussen Diemen en Ens wordt gerealiseerd. De verzwaring van deze verbinding biedt kansen voor economische activiteiten op de knooppunten langs dit tracé. Bedrijven kunnen op die knooppunten profiteren van de goede aansluiting op de elektriciteitsvoorziening
  • De Maxima-centrale wordt omgebouwd om te draaien op waterstof. Daar waar mogelijk zullen meer goede innovatieve initiatieven actief ondersteund worden in Flevoland
  • Lelystad Airport is geen doel op zich, maar een middel om te zorgen voor de noodzakelijke ontlasting van het vliegverkeer op Schiphol en omgeving. Daarnaast kan het bijdragen aan de economische structuurversterking van Flevoland en omliggende regio’s en directe en indirecte werkgelegenheid stimuleren. Voorop staat dat het gaat om een overloop-luchthaven die niet streeft naar autonome groei of de maximale groeicapaciteit

We verduurzamen de landbouw

De landbouwsector staat op nationaal niveau voor een grote opgave. De maatschappelijke druk om de milieu-impact te verminderen wordt terecht steeds groter. De landbouw in Nederland draagt bij aan CO2-uitstoot, nutriëntenbelasting van grond en oppervlaktewater, stikstof-uitstoot naar de lucht, emissies van giftige stoffen en uitputting van de bodem. Om dit te verminderen zetten we in op een verdere transitie naar meer duurzame landbouw. 

Die transitie is in Flevoland al in gang gezet. Zo is de Noordoostpolder voorloper in duurzame akkerbouw, heeft Dronten de meeste biologische boeren van Nederland en heeft de landbouw in heel Flevoland grote opbrengsten per hectare met relatief lage milieu-impact. Onze aandacht gaat vooral uit naar de akkerbouw, tuinbouw, bosbouw en visserij. Niet alleen omdat de natuurlijke systemen onder invloed staan van de landbouw, maar ook andersom: de landbouw is afhankelijk van de vruchtbaarheid van de bodem, goede waterkwaliteit en een omgeving met veel biodiversiteit.

De verduurzaming van de landbouw vraagt om verschillende maatregelen. Met de diversificatie van teelten en strokenlandbouw kan de uitputting van de bodem worden tegengegaan, met natuur-inclusieve landbouw kan de biodiversiteit worden hersteld, met kringlooplandbouw kan de nutriëntenkringloop kleiner gemaakt worden en met duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen wordt de emissie van schadelijke stoffen naar het milieu verminderd. Aan de consumentenkant kan de consumptie van meer plantaardige eiwitten en lokale producten bijdragen aan verduurzaming van het gehele voedselsysteem. 

Samengevat is de opgave om meer rekenschap te geven aan de impact van de landbouw op bodem, water en biodiversiteit evenals eetpatronen aan te passen om te zorgen dat er in de toekomst ook voldoende voedsel aanwezig is binnen de grenzen van het natuurlijk fundament. Om dit te realiseren zijn ook ruimtelijke aanpassingen nodig om het landgebruik beter aan te laten sluiten bij de mogelijkheden die bodem, water en biodiversiteit bieden. Het rijk kan hier als bezitter van grote delen landbouwgrond een sturende rol in spelen.

In Flevoland kunnen we ook gerichte maatregelen treffen om de voedselconsumptie te verduurzamen, met onder andere kortere ketens van akker tot consument. Hierbij moet altijd oog zijn voor de verdienmodellen van agrariërs om in een duurzamer voedselsysteem voldoende eerlijke inkomsten te behouden. Flevoland heeft een goede uitgangspositie met haar natuurlijke bodemkwaliteit en het aanwezige (internationale) groene onderwijs en kan uitgroeien tot dé regio voor duurzame landbouw. De innovaties die gaandeweg ontwikkeld worden zijn internationaal te vermarkten en vergroten het verdienvermogen van de agrarische sector. Aanjagen van deze ontwikkeling vraagt om een goede verbinding tussen de praktijk en de wetenschap. Met de Boerderij van de Toekomst en Aeres Hogeschool zijn de eerste contouren hiervoor geschetst.

In reactie op de kabinetsplannen hebben meer dan duizend ‘groene boeren’ samen een tienpuntenplan opgesteld: het Groenboerenplan. Het is bedoeld als leidraad om de landbouwsector terug te brengen naar de essentie. Namelijk: voedsel produceren op basis van het lokale ecosysteem, in plaats van steeds weer nieuwe toevoer van stikstof die zich in alle hoeken en gaten ophoopt. Deze boeren pleiten voor het aan banden leggen van de import van veevoer en het gebruik van kunstmest. Zo wordt de landbouw minder belastend voor het eigen ecosysteem, maar ook voor ecosystemen elders. Een focus op het ecosysteem in plaats van op economische groei betekent natuurlijk niet dat financiering onbelangrijk is. Integendeel, een nieuw systeem van financiering is noodzakelijk. Wij pleiten ervoor om de landbouw te blijven behandelen als een waardevol en noodzakelijk onderdeel van Flevoland. Echter niet van het BBP, maar van het ecosysteem. Dát biedt perspectief. Het Groenboerenplan is een initiatief dat navolging verdient.

Onze doelen:

  • Flevoland wordt in Nederland voorloper in de duurzame akkerbouw, tuinbouw en bosbouw en pakt zijn verantwoordelijkheid in de nationale opgave om de landbouw te verduurzamen. Er is daarvoor genoeg ruimte voor duurzame hoogproductieve akkerbouw en de regio wordt experimenteergebied voor (hoogtechnologische) innovaties op het gebied van duurzaam boeren waarna deze (inter-)nationaal toegepast kunnen worden
  • De Flevolandse landbouw ontwikkelt zich met oog voor bodem- en waterkwaliteit en biodiversiteit. Dat betekent onder andere dat er rekening wordt gehouden welk type landbouw op welke plek mogelijk en wenselijk is, met oog voor de effecten op het verdienvermogen van agrariërs
  • We geven steun aan boeren die overstappen op duurzamer landbouw, zoals precisielandbouw en investeren in een duurzame voedselvoorziening. Subsidies stimuleren diervriendelijke en klimaatneutrale landbouw, met een eerlijke opbrengst voor de boer
  • Om meer duurzame landbouw mogelijk te maken en de stikstofproblematiek op te lossen komt voor intensieve veehouderijen een actief uitkoopbeleid
  • We verbeteren het dierenwelzijn in Nederland. Subsidies voor de intensieve veehouderij en dieronvriendelijke ontwikkelingen zoals luchtwassers passen daar niet bij
  • Regionale initiatieven van boeren gekoppeld aan de kennisinstellingen kunnen toekomstperspectieven ontwikkelen en uitvoeringsplannen voorbereiden. Gezamenlijk gedragen gebiedsplannen waarin sprake is van synergie tussen de oplossingen, zoals het Groenboerenplan, worden in Flevoland actief ondersteund
  • Boeren, milieuorganisaties, overige bedrijven in de voedselketen en overheden schrijven samen een Nationaal Strategisch voor de ontwikkeling van het platteland, waarbij natuurinclusieve landbouw gestimuleerd wordt en boeren een nieuw perspectief krijgen met eerlijke, hogere prijzen
  • We geven steun aan boeren die overstappen op duurzame landbouw, zoals precisielandbouw en investeren in een duurzame voedselvoorziening. Subsidies stimuleren diervriendelijke en klimaatneutrale landbouw met een eerlijke opbrengst voor de boer

We stimuleren recreatie en toerisme

De vrijetijdssector in Flevoland groeit jaarlijks en biedt kansen voor ondernemers om mee te groeien. De provincie faciliteert bij (grootschalige) publiekstrekkers, waaronder evenementen zoals o.a. de tulpenroutes en de Beneluxtour, met als doel recreanten en toeristen vaker te laten komen, langer te laten verblijven en meer te laten besteden, waarbij we rekening houden met de ruimtelijke kwaliteiten van Flevoland.

PvdA Flevoland wil actief inzetten op betere benutting van het unieke en onderscheidende karakter van Flevoland. We dragen “Het Verhaal van Flevoland” uit, zowel in promotie als in ons vrijetijdsaanbod. Via Visit Flevoland dragen we bij aan een verbeterde bekendheid in binnen- en buitenland van de provincie Flevoland als toeristisch-recreatieve bestemming. Kansrijke merkwaarden zijn met name “Watererfgoed”, “Nieuwe Natuur”, “Vernieuwende Architectuur” en “Agro&Food”. Denk hierbij concreet aan sterke merken als Schokland, Urk, Nationaal Park Nieuwland (Oostvaardersplassen, Batavialand, Marker Wadden), Waterloopbos, Stadshart Almere, Bataviahaven, Natuurpark Lelystad, Walibi Holland, Dorhout Mees, Lowlands, Orchideeënhoeve, Bataviastad, Topsportcentrum Almere.

Onze doelen:

  • Mensen genieten van mooie natuur, daarom leggen we wandel- en fietspaden aan door onze natuurgebieden en maken deze beter toegankelijk. Succesvolle natuurontwikkelingsprojecten, zoals Marker Wadden, zetten we voort en breiden we uit